Belang grondbeleid (functies voor de provincie)

Provinciale Staten hebben in 2017 de nota ‘Naar een opgavegericht Grondbeleid’ vastgesteld.
Grondbeleid is een belangrijk instrument om provinciale doelen te bereiken. Het omvat het beheer en exploitatie van eigen gronden, het aan- en verkopen van gronden met name ten behoeve van groene en grijze doelen. Daarnaast worden expertises op het gebied van haalbaarheid, uitvoerbaarheid, planeconomie en contractering om grondbeleid ingezet voor beleids- en doelrealisatie. De provincie kiest voor een opgavegericht grondbeleid. Conform het kwadrantenmodel van de Nederlandse school voor openbaar bestuur (NSOB) kan de provincie haar doelen bereiken volgens vier onderscheiden strategieën: in de rol van de rechtmatige, presterende, samenwerkende of meewerkende overheid. Deze strategieën kunnen in samenhang met elkaar worden gevoerd. Belangrijk is echter de notie in al deze strategieën grondbeleid, inclusief bovengenoemde expertises, de ruimtelijke implicaties van het provinciaal beleid te regelen.
De focus op de opgave en op betrokken partners vraagt om maatwerk om samen met partners slimme oplossingen te zoeken en om strategische waardering van bestaande grondposities. Dit laatste kan tot de afweging leiden om grondposities ook vast te houden.
De ontwikkeling naar een opgavegericht grondbeleid heeft al eerder vorm gekregen, zoals bij het introduceren van zelfrealisatie en duurzaam beheer als uitvoeringsstrategie voor de Krimpenerwaard en de Veenweidegebieden, of bij een betere afstemming van het beheer van gronden op provinciale doelen. Met het vernieuwde grondbeleid wordt het zoeken naar maatwerkoplossingen en het strategisch waarderen van provinciale grondposities een vast onderdeel van de provinciale werkwijze.

Binnen het vernieuwde grondbeleid blijven een aantal basisprincipes gehandhaafd:

  • grondbeleid is marktconform;
  • grondbeleid wordt op een wijze uitgevoerd die de vastgoedmarkt niet verstoort;
  • grondbeleid is gericht op het behoud van waarde.

De provincie beschikt over een aantal publiekrechtelijke middelen om haar doelen te bereiken, zoals onteigening en voorkeursrecht. In het kader van de nieuwe Omgevingswet zal de provincie deze middelen blijven behouden. Bij onteigening wordt het principe doorgevoerd dat de overheid die onteigent tot die onteigening besluit. Nu is dat een besluit van de kroon. Dit zal worden geregeld in de Aanvullingswet Grondeigendom, waarvan verwacht wordt dat het nog enige jaren zal duren voordat deze van kracht wordt.