Toelichting op de heffingen

Verordening op de heffing van de opcenten op de hoofdsom van de Motorrijtuigenbelasting

De opcenten op de Motorrijtuigenbelasting zijn de grootste bron van belastinginkomsten voor de provincie.

Tarief opcenten:

Het tarief voor de opcenten wordt door Provinciale Staten vastgesteld. Het tarief mag het wettelijk maximum niet overschrijden. Dit maximum is in de Septembercirculaire van het Provinciefonds voor 2018 vastgesteld op 111,8 opcenten.
In het Hoofdlijnenakkoord 2015-2019 is het tarief met 3 eenheden verlaagd naar 92 opcenten. Daarna is het tarief twee maal verder verlaagd, en wel bij;

  • De intensiveringsimpuls voor een "Slimmer, schoner, sterker Zuid Holland' in 2016. Het tarief is vanaf 2017 structureel vastgesteld op 91,7 opcenten.
  • De Kadernota 2016, naar aanleiding van het amendement 'Tijdelijke verlaging opcenten' is het tarief incidenteel voor de periode 2017-2019' vastgesteld op 91,4 opcenten.

Voor jaarschijf 2018 is het tarief dan ook 91,4 opcenten.

Ontwikkeling wagenpark:

Er staan in Zuid-Holland ruim 1,5 miljoen motorrijtuigen geregistreerd in 36 gewichtsklassen. De ontwikkeling van het wagenpark is positief. In januari 2017 is het wagenpark ten opzichte van een jaar eerder gegroeid met 2,1%. Landelijk is de groei 1,6%. Het verschil is te verklaren door het aantal gestegen leaseauto's in Zuid Holland. De groei van 0,5% vanwege het gestegen aantal leaseauto's is instabiel. Leasebedrijven zijn vrij om zich elders te vestigen. Een deel van de meeropbrengst ten opzichte van het landelijk gemiddelde wordt verevend via de inkomensmaatstaf in het Provinciefonds.
Op basis van gegevens van de belastingdienst per 1 juli 2017 kan geconcludeerd worden dat het aantal belaste motorrijtuigen met 0,7% is gestegen ten opzichte van januari 2017. Het aantal leaseauto’s is niet nog verder gestegen.

Raming inkomsten:

 Het verloop van toekomstige inkomsten is moeilijk te voorspellen vanwege de ontwikkelingen in het wagenpark die onder andere te maken hebben met de totale omvang maar ook met verschuivingen in gewichtsklassen.
Voor 2018 is een opbrengst van € 334 mln geraamd, 0,7% meer dan in 2017. Verder worden er geen aannames gedaan over de ontwikkeling van het wagenpark, de raming wordt daarom de komende jaren stabiel gehouden. In de voor- en najaarsnota zal de raming aangepast worden indien er nieuwe inzichten zijn. In de paragraaf Weerstandsvermogen is melding gedaan van het risico op een tegenvaller, in het weerstandsvermogen wordt hier ook rekening mee gehouden. In de raming van de Motorrijtuigenbelasting zelf wordt geen behoedzaamheidsmarge gehanteerd. Wel wordt er voorzichtig geraamd door geen aannames te doen over toekomstige ontwikkelingen maar door deze goed te monitoren aan de hand van actuele informatie. In de begroting wordt vanaf 2020 rekening gehouden met een toename van € 1 mln van de baten, want het tarief van de opcenten stijgt dan met 0,3 opcenten wegens afloop van het amendement ‘Tijdelijke verlaging opcenten’.
In financiële begroting toelichting op de baten en lasten vindt u meer informatie over de opcenten Motorrijtuigenbelasting.

Verordening Precariobelasting Zuid-Holland

De provincie heft Precariobelasting ‘voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde provinciale grond’. In de bij de Verordening Precariobelasting behorende tarieventabel zijn de belastbare feiten en tarieven opgenomen. In 2017 zijn de tarieven voor de Precariobelasting niet geïndexeerd. Een wijziging van de verordening wordt afzonderlijk voorgelegd aan de Staten. Hierin wordt ook ingegaan op de tariefstelling voor 2018.

Legesverordening Omgevingsrecht (Wabo)

Sinds de inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in 2010 is de provincie ook bevoegd gezag voor de zogenaamde BRIKS-delen (BRIKS staat voor Bouwen, Reclame, Inritten, Kappen en Slopen) van omgevingsvergunningen van bedrijven, waarvoor de provincie op grond van de milieuwetgeving het bevoegde gezag is. Het gaat daarbij om bedrijven die vallen onder het BRZO (Besluit Risico’s Zware Ongevallen) en/of onder de Richtlijn Industriële Emissies, categorie 4 (RIE 4), alsmede een (beperkt) aantal andere categorieën bedrijven. De vijf omgevingsdiensten in Zuid-Holland voeren voor de provincie de aan de vergunningverlening gerelateerde taken uit, inclusief die voor de BRIKS-delen. De inning van de leges voor de BRIKS-delen van vergunningsaanvragen vindt plaats door de provincie zelf. De opbrengsten van deze leges worden ingezet om een deel van de kosten, die de omgevingsdiensten voor de BRIKS gerelateerde werkzaamheden maken, te kunnen dekken. De vigerende (Wabo-)legesverordening is de Legesverordening Omgevingsrecht provincie Zuid-Holland 2013.

De tarieven zijn gebaseerd op een inschatting van de te verwachten werkzaamheden en de hierbij benodigde uren en loonschalen. In 2017 is gestart met een onderzoek naar de kostendekkendheid van de regeling. De uitkomsten van het onderzoek en de mogelijke consequenties ervan zullen in de Voorjaarsnota 2018 worden verwerkt.
Voor hoofdstuk 2 Vergunningen met overige activiteiten is een PM post opgenomen omdat de verwachte opbrengsten gering zullen zijn.

Overzicht kostendekkendheid tarieven: Legesverordening Omgevingsrecht (Wabo)

Kostendekkendheid omgevingsrecht (Wabo)
(bedragen x € 1.000)

Kosten taakveld(en), incl. omslagrente

-3.548

Inkomsten taakveld(en), excl. Heffingen

-

Netto kosten taakveld

-3.548

Toe te rekenen kosten:

Overhead incl. omslagrente

-

Btw

-

Totale kosten

-3.548

100%

Hoofdstuk 1: Vergunningen met bouwactiviteiten

3.200

Hoofdstuk 2: Vergunningen met overige activiteiten

p.m.

Totale opbrengsten heffingen

3.200

90%

Grondwaterheffingsverordening Zuid-Holland

Op grond van de Waterwet en de Grondwaterheffingsverordening Zuid-Holland heft de provincie een belasting per kubieke meter onttrokken grondwater. Het tarief van de heffing is zodanig vastgesteld dat de opbrengst de gemaakte kosten niet te boven gaat. Het tarief bedraagt € 0.005 per kubieke meter onttrokken hoeveelheid water.