Beleid
De provincie moet altijd over voldoende geld beschikken om aan haar verplichtingen te voldoen zoals het betalen van facturen, subsidies e.d. Omdat het tijdstip van uitgaven en inkomsten, op de korte en lange termijn, niet synchroon lopen is financiering als werkveld binnen de treasuryfunctie van groot belang.
De wettelijke kaders van de treasuryfunctie worden bepaald door de Wet Financiering decentrale overheden (de zogenaamde wet Fido). Belangrijk uitgangspunt van deze wet is dat er voorzichtig omgegaan moet worden met publieke middelen. Om dit te bereiken moet de provincie voldoen aan een aantal normen zoals het kasgeldlimiet en de renterisiconorm.
Het Treasurystatuut en de Financiële Verordening zijn een belangrijke interne leidraad voor de inrichting van de financieringsfunctie. Bij de inrichting van de financieringsfunctie staan beheersing van het rente-, debiteuren- en liquiditeitenrisico centraal.
De paragraaf geeft aan hoe de provincie Zuid-Holland haar activiteiten financiert, wat de gevolgen hiervan zijn voor de begroting (lees rentelasten) en welke risico’s er worden gelopen.