Inleiding

De beleidsdoelen die de provincie heeft gesteld met het provinciale Uitvoeringsprogramma Groen, het economische clusterbeleid en duurzaam innovatiebeleid kunnen mede worden vormgegeven met steun vanuit Europese subsidieprogramma’s. Daarom wordt ingezet op maximale benutting van middelen die beschikbaar zijn via Europese programma’s om provinciale doelen te realiseren. Deze paragraaf biedt een overzicht van de middelen in de verschillende Europese subsidieprogramma’s waar de provincie in verschillende mate bij betrokken is.

Europese subsidieprogramma’s periode 2014-2020
(bedragen x € 1 mln)

Kansen voor West II (EFRO)

33,8

Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP3)

29.8

Agrarisch natuur- en landschapsbeheer (ANLb)

23.7

Interreg

27,7

Overig

5

Totaal

120

 

Rol provincie
De provincie is op drie manieren betrokken bij projecten, welke worden gefinancierd met Europese subsidies; door zelf te participeren in een project als eindverantwoordelijke of als partner, door het verlenen van cofinanciering aan een project, of het begeleiden van een project. De uitdaging is de mogelijkheden samen met partners binnen de provincie te verzilveren. De provincie speelt hierbij een actieve, sturende rol. Binnen diverse programma’s heeft de provincie een rol in de besluitvorming over de toekenning van subsidies. Deze rol is wisselend binnen de verschillende programma’s. Vanaf eind 2015 zijn de eerste Europese projecten binnen de lopende budgetperiode (2014-2020) ten uitvoering gekomen. Deze projecten hebben een meerjarig karakter. Voor meer informatie kijk op de website van de provincie Zuid-Holland.

Realisatie
Op dit moment  ligt de focus bij het van de grond krijgen van voldoende projecten, om 100% van het beschikbare budget te benutten. Daarnaast is het van belang de voortgang van de projecten en de benutting (en uitputting) van de voor Zuid-Holland beschikbare budgetten goed te monitoren. Dit staat ook in directe relatie tot prestatie-indicator 4.1.7.a in programma 4 van de begroting: het bedrag dat is benut binnen EU subsidieprogramma’s (OP Kansen voor West II, POP3, Interreg en overige) in de periode 2014-2020. Aangezien de meeste projecten een looptijd hebben van drie jaar is het eind 2017 mogelijk om te rapporteren over de eerste gerealiseerde projecten. Het is mogelijk om in 2020 nog een project in te dienen, welke vervolgens een looptijd heeft van maximaal drie jaar. De volledige € 120 mln moet dus pas aan het einde van 2023 zijn gerealiseerd.