Recreatiegebieden
Algemeen
In Zuid-Holland ligt ruim 10.300 ha openbaar buiten-stedelijk recreatiegebied. Een groot deel van deze gebieden wordt beheerd door natuur- en recreatieschappen. Een klein deel heeft de provincie in eigendom en beheer, de zogeheten Provinciale Recreatiegebieden (PRG’s). De provincie draagt deze gebieden over aan gemeenten of particulieren, conform de Nota Uitgangspunten Overdracht PRG’s (2013). Deze PRG’s liggen meestal dicht bij het grootstedelijke gebied. Hierdoor hebben de gebieden bij de inrichting over het algemeen een intensief karakter gekregen. De intensieve inrichting vertaalt zich in relatief hoge onderhoudskosten per hectare.
Beleid
De door Provinciale Staten vastgestelde Beleidsnota Onderhoud kapitaalgoederen (onderdeel recreatie) vormt het beleidskader voor de rol, functie en het prijs-, kwaliteits- en onderhoudsniveau van de provinciale recreatiegebieden (PRG’s). Uitvoering van dit beleidskader moet leiden tot een bestendige situatie waarin deze kapitaalgoederen goed worden onderhouden en de functionele kwaliteit ervan wordt gewaarborgd. In het Hoofdlijnenakkoord 2011-2015 hebben Gedeputeerde Staten te kennen gegeven dat het beheer van recreatiegebieden efficiënter kan worden georganiseerd en besloten het beheer van de PRG’s over te dragen aan gemeenten of private partijen. Medio 2017 zijn er 19 van de 27 PRG´s daadwerkelijk overgedragen en is de besluitvorming van nog eens drie PRG´s afgerond (gereed voor notarieel transport). Met de voorgenomen verdere afronding van de overdrachten is eind 2017 de PRG Vlietland als laatste PRG nog in eigendom van de provincie. Over het beheer zijn afspraken gemaakt met Staatsbosbeheer die per januari 2017 de Groenservice Zuid-Holland heeft overgenomen en tijdelijk het beheer van de (resterende) PRG’s uitvoert.
Meerjarenplan
Voor het Vlietland, de grootste PRG, die op middellange termijn zal worden overgedragen, is een beheerplan inclusief meerjarenonderhoudsplan opgesteld. De kosten worden gedekt vanuit het reguliere budget.
Het terreinbeheermodel (TBM) is de basis waarop de kosten van het beheer zijn berekend. Er wordt beheerd op het kwaliteitsniveau van Schoon, Heel en Veilig. Voor de PRG’s, die nog niet zijn overgedragen, wordt jaarlijks bekeken welke noodzakelijke onderhoudsactiviteiten en investeringen in het volgende jaar moeten worden gepleegd. Deze werkwijze geeft ook een meerjarendoorkijk, waardoor geanticipeerd kan worden op een eventuele integrale heroverweging van functies, doelen en middelen voor de PRG’s. Voor vervangingsinvesteringen zijn geen voorzieningen getroffen.
Financiële aspecten
Het beleid is gericht op structureel beheer, waarbij in de jaarlijkse lasten naast het reguliere onderhoud ook rekening wordt gehouden met groot onderhoud.
Meerjarig lastenbudget onderhoud provinciale recreatiegebieden
(bedragen x € 1.000) | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 |
---|---|---|---|---|
Onderhoud provinciale recreatiegebieden | 702. | 702 | 702 | 702 |
Vervangingsinvesteringen | 0 | 0 | 0 | 0 |
De afkoopsommen voor beheer en onderhoud, zoals die aan gebiedspartijen worden verstrekt bij de overdracht van PRG’s, worden gefinancierd uit het Uitvoeringsprogramma Groen. De door overdracht van PRG’s bereikte jaarlijkse besparing op onderhoud en beheer PRG’s wordt vanaf 2017 ingezet als dekking voor de overeengekomen jaarlijkse provinciale beheerbijdragen aan nieuw ingerichte recreatiegebieden zoals Bentwoud, Duivenvoorde Corridor, Ruyven en Laakweg.