2. Financiële kengetallen
Hieronder wordt ingegaan op de financiële positie van de provincie. Dit gebeurt aan de hand van een aantal financiële kengetallen, die tezamen een weerspiegeling vormen van hoe de provincie er de komende jaren in financiële zin voorstaat. Dit betreft de zogenaamde financiële kengetallen zoals die door het BBV worden voorgeschreven, aangevuld met informatie over het weerstandsvermogen.
Het BBV schrijft voor dat de kengetallen opgenomen en toegelicht moeten worden in de begroting en jaarrekening, maar geeft geen normen. Gemeenten en het Rijk hebben wel afspraken gemaakt over zogenaamde signaleringswaarden, maar die gelden dus niet specifiek voor provincies.
Uitkomsten van de kengetallen
2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Netto schuldquote | 38,7% | 124,6% | 85,5% | 118,4% | 136,6% | 164,9% |
Gecorrigeerde netto schuldquote | 36,3% | 123,1% | 84,9% | 117,6% | 135,2% | 163,1% |
Solvabiliteitsratio | 44,5% | 37,8% | 47,2% | 41,9% | 39,5% | 36,1% |
Structurele exploitatieruimte | 22,8% | 10,9% | 12,8% | 11,3% | 9,4% | 9,2% |
Belastingcapaciteit | 114,5% | 114,1% | 113,6% | 113,6% | 114,0% | 114,0% |
Grondexploitatie | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% |
Weerstandsvermogen incidenteel | >2 | >2 | >2 | >2 | >2 | >2 |
Weerstandsvermogen structureel | >2 | >2 | >2 | >2 | >2 | >2 |
De komende jaren komen een aantal grote (eerder besloten) investeringen op het gebied van infrastructuur tot uitvoering. De hierdoor oplopende kapitaal- en onderhoudslasten leiden tot een neerwaartse beweging in de structurele exploitatieruimte. Het betreft impulsen uit het collegeakkoord van 2007 waar (ten behoeve van de dekking) destijds het opcententarief is verhoogd. Als gevolg hiervan heeft de provincie Zuid-Holland een hoger opcententarief dan het gemiddelde van alle provincies tezamen. Voor het financieren van deze investeringen zijn niet voldoende eigen financieringsmiddelen beschikbaar. Dit betekent dat de provincie komende jaren naar verwachting meer zal moeten gaan lenen, wat leidt tot een oplopende schuldquote en afnemende solvabiliteit. Hoe meer de eigen financieringsmiddelen komende jaren op peil blijven (of zelfs toenemen), hoe beter dat is voor de schuldquote / solvabiliteitsratio.
Op basis van het verloop van de kengetallen kunnen we concluderen dat de provincie financieel gezond is en voldoende weerbaar voor de toekomst.